Studieduur: 12 months
Prijs: 29.90
De erkende cursus Duits voor gevorderden bestaat uit een aantal onderdelen: Begroeting en kennismakingJe begint je gesprek met een begroeting en een kennismaking. Je leert jezelf voor te stellen en kort iets over jezelf te vertellen.WonenJe leert meer over wonen en leert hoe je vertelt over je eigen woonsituatie, en hoe je anderen vraagt naar hun woonervaringen.FamilielevenJe leert in het Duits te vertellen over je familie, de verschillende familieleden en hun persoonlijke eigenschappen te benoemen en meer te vertellen over de relatie met de verschillende familieleden.School en universiteitJe leert meer over het Duitse schoolsysteem, kunt de verschillende soorten scholen in het Duits benoemen en leert vertellen over je eigen school- of studietijd. Beroep en werkomgevingJe bestudeert de Duitse werkgewoonten en leert vertellen over je huidige werksituatie. Je vergroot je woordenschat met woorden die vaak op een Duitstalige werkvloer worden gebruikt.Vrije tijdEen geliefd onderwerp om over te praten is wat je in je vrije tijd doet. Je leert in het Duits te vertellen wat je hobby?s zijn en waaraan je jouw vrije tijd spendeert.Vrienden en bekendenJe leert vertellen over je vrienden en bekenden, en leert hoe je anderen vraagt naar hun vrienden en bekenden. ZiekteZowel priv? als zakelijk kun je te maken krijgen met ziekte. Je leert hoe je kunt uitleggen dat je ziek bent en bestudeert de beschrijving van veel voorkomende ziektesymptomen in het Duits. InkopenJe leert hoe je in een Duitstalig land inkopen kunt doen. Je bestudeert de namen van veel gebruikte producten en oefent met het afrekenen van de inkopen. Eten en drinkenJe maakt kennis met een aantal typisch Duitse gerechten en producten. Je leert de namen van belangrijke levensmiddelen en leert hoe je naar deze producten kunt vragen. Sport en cultuurJe bestudeert de Duitse cultuur en leert meer over de rol die sport hierin speelt. Je oefent met gesprekken over verschillende sporten, jouw eigen sport en culturele evenementen.Feestdagen en festiviteitenJe maakt kennis met de Duitse feestdagen en leert in het Duits te vertellen over de Nederlandse feestdagen. Geografische en klimatologische basisfeitenJe leert meer over de geografische ligging van Duitstalige landen en verdiept je in het klimaat van deze landen. Reizen en verkeerJe oefent met het voeren van gesprekken over reizen en verkeer in het Duits. VakantieJe verdiept je in het plannen van een vakantie en oefent met het regelen van overnachtingen, reserveringen en andere zaken in het Duits.Restaurants en caf?sJe leert hoe je gedraagt bij een bezoek aan een restaurant of caf?, en hoe je in het Duits een hapje en een drankje kunt bestellen. Openbaar vervoer en vliegtuigenJe leert meer over hoe het openbaar vervoer in Duitstalige landen werkt, en leert een aantal nieuwe woorden die het reizen met trein, bus of vliegtuig een stuk gemakkelijker zullen maken. Regionale verschillenJe verdiept je in de verschillende regio?s waar men Duits spreekt. Zo leer je de belangrijkste regionale verschillen kennen, zowel in gewoontes als in taalgebruik.